ASCII 032–127
80
Automatisch berekend
GS1-128 wordt vooral gebruikt voor het etiketteren van producten en pallets in de handel en industrie. De verouderde naam van GS1-128 was EAN/UCC-128. GS1-128 is een speciale vorm van Code 128. Het gebruikt een speciaal teken – de FNC1 – direct achter het startteken om het te onderscheiden van EAN-128.
Met één GS1-128 barcode kunnen meerdere gegevens worden gecodeerd. Voedselpallets bijvoorbeeld krijgen de productcode (zoals in GTIN-13) en extra gewichtinformatie en houdbaarheidsdatum in één barcode.
Om verschillende gegevens te kunnen coderen in één barcode, zijn er internationale, gestandaardiseerde gegevensomschrijvingen die het type gecodeerde gegevens definiëren. Deze heten Application Identifier (AI).
Hier vindt u een lijst van mogelijke AI:
Application Identifier Values
De voorbeeldbarcode hierboven leest u als volgt:
De waarden binnen de ronden haken zijn Application Identifiers, de
waarden daarachter zijn de relevante gegevens. De haken verhogen
alleen de leesbaarheid van de tekstregel, en zijn niet in de barcode
zelf gecodeerd. De (01)
aan het begin is de Product Code AI
welke altijd 14 cijfers lang is. De 14 cijfers komen achter de AI. Dan
ziet u de volgende AI voor het volgende gegeven. In dit voorbeeld ziet
u de codering voor een houdbaarheidsdatum, geïntroduceerd door de
(15)
, welke 6 cijfers nodig heeft om de houdbaarheidsdatum te
coderen met de opmaak YYMMDD. In dit voorbeeld is dat de datum
2010-12-31.
In Barcody moeten AI worden ingevoerd tussen rechte haken
[] om ronde haken () te kunnen gebruiken in
gegevensvelden. Gegevens met variabele lengte worden begrensd door de
volgende AI. U kunt bijvoorbeeld als volgt de hoeveelheid definiëren
(AI #30, hier 19 stukken) en het serienummer (AI #20):
[30]19[20]123456789012
. Barcody controleert de
gebruikte AI's en gegevensvelden en antwoord op basis daarvan. Alleen
wanneer alle ingevoerde gegevens geldig zijn, wordt een barcode
berekend en weergegeven.